De laatste maanden heeft Gejo de gebaande paden verlaten. Toegegeven, Maarsseveen kan leuk zijn, Zeeland is mooi, zelfs de Noordzee hebben we bezocht, maar toch bleef er het gevoel dat er meer was daarbuiten… 

De eerste verkenning naar onbekende werelden kwam voor rekening van mij en Cyriel. Een noodoproep van een vrijwilligersorganisatie die hun opbrengt in het water had zien vallen. Het water van de IJssel bij Gouda wel te verstaan. De flessen werden gevuld, de uitrusting in orde gemaakt en op een mooie donderdag stonden deze twee voortrekkers klaar om overboord te gaan van het pontje de Gein. Vrijwel meteen na het overboord gaan werd duidelijk, buddycontact behoorde niet tot de mogelijkheden… En de geldcassette op zicht vinden was dus ook geen optie meer. Maar niet voor 1 gat te vangen werd de bodem van de rivier minutieus afgevoeld. Dat leverde twee mokken, een gebroken wijnglas (auw…), een zonnebril met licht verbogen pootjes, een complete buitenboordmotor (weliswaar kostte het ons drie keer rondom voelen voor we snapte wat we gevonden hadden…), een booraccu, twee schakeldozen, een aantal fietsen op maar na anderhalf uur voelen en bovenstaande items bergen (Duik de IJssel Schoon…) hadden we nog steeds geen rooie cent kunnen bergen. Aangezien ik bijna een deuk in mijn fles gelurkt had besloot Cyriel (ja, in het bezit van het brevet dat hem daartoe autoriseerde) een laatste solodip te maken naar een onwaarschijnlijke maar nog niet onderzochte locatie. En drommels, waar komt die tovenaar mee boven? De geldcassette!

Maar wacht er is meer! Op 24 september stond er een verdere verkenning van ongebaande paden te wachten. Marieke van Dinter had contact met een archeologische werkgroep die een werkelijk spectaculaire plaats gevonden hadden waar een onwaarschijnlijk hoeveelheid oudheidkundig materiaal was gevonden (echt waar, meer dan 100.000 item gevonden lees dit maar eens). Omdat tot nu toe alles met zandzuigers boven gehaald was, leek het veel belovend om toch ook eens de bodem met duikers te onderzoeken. Elf helden hadden zich gemeld en werden van tevoren opgewarmd met berichten over sieraden, mammoetbotten en prehistorische kano’s die welhaast het oprapen moesten liggen. De zon stond hoog aan de hemel te stralen en dat helpt altijd om het zicht onder water te verbeteren. En inderdaad, het zicht in de eerste 20 centimeter op weg naar beneden was zeker 5 centimeter. Eenmaal buiten bereik van het zonlicht was het zicht zo slecht dat een blik op de computer onmogelijk was. Een buddylijn (jazeker ook wij leren van onze fouten) zorgde voor buddycontact. Maar hoe maak je iemand duidelijk dat je na 20 minuten rondwoelen twee handen vol met schatten denkt te hebben, dat je wilt opstijgen. Je buddy zien is kansloos, laat staan een opstijgsignaal geven. De volgende niet-NOB procedure werd gevolgd: De buddy werd eerst aan de buddylijn binnen gehengeld. Vervolgens werden de vondsten heel voorzichtig op een stapeltje voor je neer gelegd waarop de hand van de buddy via de buddylijn werd vast gegrepenm die vervolgens om de eigen gebalde vuist heen werd gedrapeerd. Dan opeens de duim omhoog.

Een zachte maar pertinente kneep in mijn hand maakte mij duidelijk dat buddy het begrepen had. Gauw alle vondsten oprapen en dan opstijgen. Geen computer, dieptemeter of belletjes om de snelheid van de opstijging aan te relateren. Slechts het harder of zachter piepen van de voorhoofdsholtes was een maat voor de opstijgsnelheid. Maar we kwamen boven en nog samen ook! Vol verwachting kijk ik naar mijn vondsten… Stukje hout, stukje hout, nog een stukje hout..Hé! Verrassing: bonkje klei. Er liggen ongetwijfeld heel veel prachtige dingen te lonken maar met 0,5 cm zicht moeten die nog maar even blijven lonken

Aangestoken door dit succes meldde zich op een vroege zondag in oktober weer een aantal Gejo duikers, ditmaal bij de Wittenvrouwenbrug in Utrecht. Een werkgroep daar had een aantal maatregelen genomen om de oevers daar natuurvriendelijker te maken en vraag aan ons was om dat te verkennen. Het zicht was echt 20 keer beter als de vorige ontdekkingsduik: zeker 10 cm! Enthousiast geworden door deze hoopgevende ontwikkeling gingen we te water en inderdaad: je hoefde niet alleen te voelen wat er lag, je kon in eerste instantie zelfs de vage contouren ervan zien!

Je moest wel heel erg goed kijken en snel ook want zodra je ook maar 1 vinger uitstak was het gedaan met het zicht. En ook al waren de resultaten niet heel spectaculair, de leden van de werkgroep hielden vol dat we goed werk gedaan hadden!

Conclusie kan eigenlijk kort maar krachtig zijn: Erg leuk om mee te doen maar Maarsseveen is zo gek nog niet